Per 1 maart stap ik een nieuwe “arena” binnen van de langdurende zorg bij het kennisinstituut
Vilans in Utrecht. Een geweldig mooie organisatie die ondersteuning bied aan
instanties voor verzorging en verpleging, revalidatie en zorg voor mensen met
niet aangeboren hersenafwijkingen. Wat me heel erg aanspreekt is dat Vilans
staat voor het uitgangspunt dat mensen de regie houden over hun eigen leven en
dat de nadruk ligt op wat mensen wel kunnen. Dit sluit aan bij mijn persoonlijke interesse en drive als oud verpleegkundige, de patiënten in hun waarde laten en richten op wat wel kan. Daar heb ik mijn persoonlijke levenssfeer veel mogen ervaren en leren. Gelukkig zijn er veel initiatieven in de zorg die zich daar ook op richten.
De ondersteuning van Vilans gebeurt op tal van manieren, bijvoorbeeld het
programma “in voor zorg”. Maar ook op gebied van richtlijnen, zoals op gebied
van “vrijheidsbeperkende maatregelen”.
Samen met collega’s van Vilans ga ik aan de slag op het
thema “Doelmatigheid en Kwaliteit”. Ik besef dat dit een omvangrijk thema is. In
deze roerige maar interessante tijd van de overgang naar de Wet Langdurend Zorg
(Wlz) zal er snel een focus ontstaan.
Natuurlijk is de overstap van de ziekenhuiswereld, Radboudumc, naar Vilans best wel een uitdaging. Maar de netwerk(keten)gedachten in zorg, waar we in de zorg steeds bewuster mee bezig zijn, sluit wat mij betreft naadloos aan om de zorg in de 1e en 2e lijn beter gaan leren kennen. Dat geeft me een gevoel van vertrouwen en ben ik er van overtuigd dat dit samen met mijn de kennis en ervaring met “De
kunst van het Klein Maken” en Leanfilosofie een ideale mix ontstaat voor een
potentie tot grote verbetering in de langdurende zorg. Per slot van rekening: “Wij weten meer dan Ik”. Titel van een leuk boekje trouwens.