Bij de Kunst van het Klein Maken gaat
het o.a. om de problemen die je wilt aanpakken zodanig te verkleinen dat ze
binnen je eigen verantwoordelijksgebied komen te liggen. Een tweede belangrijke
eigenschap is dat je ideeën voor vernieuwing in de praktijk uitprobeert, experimenteert. In het
vorige blog ging ik in op het feit dat schaamte de vernieuwing tegen kan
houden. Durven mensen de “arena” van de
vernieuwing te betreden, ja of nee?
Het begrip schaamte is een fenomeen
wat we bij verandering niet moeten onderschatten. Naud van der Ven beschrijft
in zijn boek "Schaamte en Verandering" een viertal aspecten van schaamte.
- Schaamte betreft het gevoel dat men de situatie niet meester is, je kunt er niks aan doen maar je bent er aan overgeleverd.
- Men voelt zich te kijk gezet binnen de groep waar men bij wil horen.
- Het raakt de vertrouwensbasis van ons bestaan.
- Men kan er vaak niet of moeilijk over praten.
Stephanie Welten zegt in haar
proefschrift, Corcerning Shame (hier): het kernprobleem van schaamte is het bedreigde zelfbeeld. Men kan schaamte
ervaren ook voor fouten van andere
mensen: plaatsvervangende schaamte. Waarschijnlijk herkent iedereen dit wel.
Bijvoorbeeld je loopt in je eigen organisatie en ziet dat een baliemedewerker
met haar werk achter de computer doorgaat terwijl een patiënt voor de balie
staat te wachten.
Bij de Kunst van het Klein Maken
kan het testen van een idee in de praktijk ook fout gaan. Marc Rouppe van der
Voort beschreef in zijn blog “Lean denken in de zorg” (hier): dat leren
(fysiek) juist gebaseerd is op fouten maken. Om te leren is fouten maken zelfs de bedoeling. Maar je moet dus rekening
houden dat mensen die hun eigen idee willen uitvoeren, de “arena” moeten binnen
stappen. Bij het mislukken kan een vorm
van schaamte optreden. Mogelijk niet alleen bij de betrokken persoon zelf, maar
ook bij collega’s of zelfs bij zijn manager: plaatsvervangende schaamte. Het dus zaak bij de Kunst van het Klein Maken
en bij Lean (streven naar perfectie door
continu verbeteren), rekening te houden met schaamte in welke hoedanigheid dan
ook. Wanneer testen van iemands idee niet in een veilige omgeving plaatsvindt, waar
geen fouten gemaakt mogen worden, kan dat betekenen dat deze mensen zich
terugtrekken. Bijvoorbeeld letterlijk
terugtrekken door niet naar vergaderingen te komen of in een andere vorm zoals lange
discussies voeren over iemand anders voorstel. Naar mijn idee wordt dit gedrag vaak
ten onrechte weerstand genoemd. De
vicieuze cirkel is dan rond. Terwijl ik er van overtuigd ben dat dit gedrag,
veroorzaakt door schaamte, juist een diepere vorm van betrokkenheid
weerspiegelt. Deze betrokkenheid, kennis, ervaring en inzicht van deze mensen
hebben we hard nodig om verder te komen. En leren van fouten is ook het laten groeien van mensen.
Lastig voor leidinggevenden en
adviseurs die regelmatig in situaties terecht komen waarin schaamte in welke
zin dan ook zich voordoet. Het is een uitdaging om dit patroon te herkennen en
deze vicieuze cirkel te doorbreken. Het
begrip vertrouwen speelt daarbij een grote rol. Volgende keer meer daarover.